Signalen met betrekking tot eetgedrag
Ik ben een ouder
Ik vermoed dat mijn kind een eetstoornis heeft
Hoe sneller hulp bij eetstoornissen wordt geboden, des te groter is de kans op genezing. Het is daarom van belang dat u aan de bel trekt wanneer u de volgende signalen ziet.
Signalen met betrekking tot eetgedrag
- weinig eten, vaak ´geen trek hebben´, willen eten op afwijkende tijden of juist op vaste tijden
- uitsluitend caloriearm voedsel willen nuttigen
- maaltijden overslaan
- voortdurend bezig met eten, lijnen en calorieën tellen
- stiekem weggooien van eten
- na het eten naar het toilet gaan om te braken
- stiekem hamsteren van voedsel en snoep (bijv. op de eigen kamer)
- vermijden van sociale situaties waarbij gegeten wordt
- niet willen eten waar anderen bij zijn, of juist eetgedrag aanpassen
- letten op calorieën, verpakkingen lezen, kieskeurig zijn
- willen graag helpen met eten koken
- smoezen en trucs gebruiken om niet te hoeven eten
- geven de indruk dat ze gezond eten
- stiekeme eetbuien: lege koektrommel, koelkast e.d.
Signalen met betrekking tot sociaal gedrag
- afkeer van `dik` zijn
- rusteloos of hyperactief gedrag overmatig sporten
- faalangst en gebrek aan zelfvertrouwen
- overdreven prestatiegericht en perfectionistisch gedrag
- sterke stemmingswisselingen en regelmatig terugkerende prikkelbaarheid
- gastvrouw spelen, zorgen voor anderen
- ontwijken van feestjes/traktaties
- afspraken afzeggen
- vaak naar toilet (braken, laxeren)
- zwart-wit denken
- ruzie, spanningen
- dwanghandelingen
- ontkenning van problemen, wil geen hulp
Signalen met betrekking tot lichamelijke kenmerken
- gewichtsverlies
- menstruatie blijft weg
- haaruitval, keelpijn, heesheid, slecht gebit
- koud hebben (blauwe handen en voeten)
Mijn kind heeft een eetstoornis
Kinderen met een eetstoornis zijn echt ziek. Dit betekent niet dat zij het u opzettelijk moeilijk willen maken. Hun gedrag wordt veroorzaakt door grote angst, gepieker en gedachten, die zij niet of nauwelijks kunnen onderdrukken. Verwijten maken of dwingen tot een ander eetpatroon vergroot het schuldgevoel alleen maar. De mogelijkheid bestaat dat uw kind toevlucht neemt tot smoesjes, waardoor er een situatie van wederzijds wantrouwen ontstaat, waarin iedereen nog meer gefixeerd raakt op het eten. De strijd, die dan ontstaat, is voor iedereen schadelijk.
Wat kunt u doen?
- Gezinsleden kunnen elkaar helpen om te veranderen! Het is belangrijk vooral bij jongeren onder de 18 jaar dat u betrokken bent bij de behandeling van uw kind. Vroeger werd gedacht dat de oorzaak van een eetstoornis in het gezin lag. Inmiddels heeft onderzoek uitgewezen dat eetstoornissen in alle mogelijke soorten gezinnen en in alle lagen van de bevolking voorkomen. Gezinsproblemen kunnen een gevolg zijn van eetstoornissen.
- Ontkennen van anorexia nervosa leidt er juist toe dat de ziekte in stand blijft. Dit geldt ook voor een vijandige of slechte sfeer, waarbij gezinsleden op agressieve of bedekte wijze hun mening weergeven. Conflicten tussen ouders omdat ze niet op één lijn zitten qua aanpak werken averechts. Als ouders het niet eens zijn met elkaar geeft dat ruimte om te manipuleren.
- Accepteer uw kind, zoals zij of hij is. Het tonen van begrip is van belang om vertrouwen te winnen. Overbetrokkenheid en overbescherming werken averechts. Een te hechte band vergroot de spanning alleen maar. Uw kind voelt zich voortdurend gecontroleerd en heeft juist behoefte aan het ontwikkelen van zelfstandigheid. Een teveel aan zorg houdt de afhankelijkheid in stand.
- Stel grenzen. Dat voortkomt, dat de eetstoornis het hele gezinsleven ontwricht. Bovendien geeft het uw kind houvast in al hun onzekerheid. De ondersteuning van de omg eving kan enorm belangrijk zijn bij het genezingsproces. Het is goed te bedenken dat de verantwoordelijkheid voor genezing bij de cliënten zelf ligt.
- Blijf tijd vrij maken voor uzelf en voor uw partner. Een eetstoornis dreigt vaak het gezinsleven te bepalen en sturen. Bezoeken en vakanties worden aangepast of geschrapt, ouders verminderen gezamenlijke activiteiten en de contacten met vrienden en kennissen nemen af. Hierdoor dreigt u in een sociaal isolement te raken op een moment dat steun uit de buitenwereld erg belangrijk is.
- Praat erover met anderen, b.v. een vriend(in), een familielid of met iemand van de patientenorganisaties, WEET. Het kan zijn dat uw kind hulp krijgt, maar dat het niet goed gaat. Dat dit bij u tot schuldgevoelens leidt, is het begrijpelijk, maar niet terecht. U bent niet verantwoordelijk voor het welzijn van uw kind. Mocht u toch het gevoel krijgen dat u te kort bent geschoten, dan kan het helpen om met iemand te gaan praten. Blijf er niet alleen mee zitten .