Veel gezocht: registreren, contact, over ons

Home Nieuws Sanne van Doornik, ontvanger NAE-Scholarship

Sanne van Doornik, ontvanger NAE-Scholarship

Gepubliceerd op 28/07/2022

Begin juni vond het jaarlijkse internationale eetstoorniscongres van de AED (ICED) plaats, welke ik met een NAE scholarship mocht bijwonen. Helaas niet vanuit het zonnige Mexico, maar vanachter ieders eigen bureau en computerscherm. Dit vroeg niet alleen om een grote aanpassing en een technisch hoogstandje vanuit de congresorganisatie, maar ook voor de deelnemers verspreid over de hele wereld was het even wennen. Zo moesten presentaties en workshops van tevoren worden opgenomen en werd tijdens het congres de Mexicaanse tijdzone aangehouden (waardoor de congresdagen pas om 15:00 uur begonnen en je tot na middernacht kon aansluiten bij interessante presentaties; mits je concentratievermogen dat toeliet). Ook kon je een persoonlijke avatar maken, waarmee je in een digitaal congresgebouw (à la Habbo Hotel) kon rondstruinen, posters bekijken en chatten met andere deelnemers.

Het thema van dit jaar was “Embraching change and extending reach in a transformed world”. Gedurende het gehele congres was er veel aandacht voor (socioculturele) diversiteit. Zo werd het congres geopend met een lezing van dr. Sabrina Strings, waarin werd beargumenteerd dat het huidige stigma rondom dik zijn mogelijk een oorsprong heeft in sociale en culturele verschuivingen in hoe men dacht over verschillen tussen rassen, de slavernij en hoe een vrouw zich moest gedragen in het begin van de 20e eeuw. Na deze keynote werd een symposium gegeven over eetstoornissen gedurende de levensloop (door o.a. dr. Barbara Mangweth-Matzek), waarin werd besproken dat er grofweg drie categorieën zijn van eetstoornissen in de midden- en late levensfase: nieuwe gevallen, terugkerende gevallen (met een terugval na eerder hersteld te zijn geweest) en chronische gevallen (met een aanhoudend beloop). Aangezien onderzoek aantoont dat volwassenen van 50+ met een eetstoornis zich vaak niet gehoord en serieus genomen voelen door hulpverleners, liggen hierin kansen voor preventie en interventie. De eerste dag werd afgesloten met een symposium (door o.a. dr. Cheri Levinson) over hoe technologische ontwikkelingen en netwerkanalyses gebruikt kunnen worden om tijdens de diagnostiekfase de eetstoornis per individu nauwkeurig in kaart te brengen (staat bij dit individu bijvoorbeeld eetbuien centraal, of juist het overmatig sporten of vasten), om vervolgens een individuele behandeling op maat te kunnen bieden.

Op de tweede en tevens laatste dag stonden o.a. postersessies, een terugblik op het afgelopen jaar van de AED en verschillende workshops op het programma, afgewisseld met uurtje meditatie. Ook werden er interessante symposia gehouden, bijvoorbeeld over de vraag of a-typische anorexia eigenlijk wel zo a-typisch is (door o.a. dr. Erin Harrop). Anders dan de naam doet vermoeden, blijkt a-typische anorexia namelijk een van de meest voorkomende eetstoornissen. Ondanks dat individuen met a-typische anorexia vaak meer gewicht hebben verloren en dezelfde medische complicaties kunnen ervaren als individuen met anorexia, worden individuen met a-typische anorexia niet altijd goed gediagnosticeerd en worden ze vaak pas later in hun ziekte behandeld. Ook zijn er nog veel openstaande vragen; is a-typische anorexia dezelfde aandoening als anorexia, wat is de optimale behandeling voor deze individuen en zou het niet beter zijn om het gewichtsvereiste uit de DSM te schrappen? Tot slot was er ook ruimte om de opgenomen presentaties te bekijken; waaronder ook mijn eigen presentatie over zingeving bij eetstoornissen. Aangezien studies hebben aangetoond dat individuen met een eetstoornis minder zingeving ervaren en zingeving mogelijk een belangrijke in standhoudende factor is, hebben wij onderzocht of zingevingsgerichte therapie mogelijk een effectieve behandeling is voor deze doelgroep. De resultaten tonen aan dat jongeren met een hoog risico op het ontwikkelen van een eetstoornis na afloop van de therapie inderdaad meer zingeving ervaren en minder eetstoornissymptomen rapporteren. Een belangrijke vervolgstap is het onderzoeken of de zingevingsgerichte therapie ook aansluit bij en effectief is in een klinische groep jongeren met een eetstoornis; deze (single case) studie wordt momenteel opgezet.

Al met al was het een interessant congres, dat zowel op inhoudelijk als technisch gebied goed in elkaar zat. Desondanks is het te hopen dat de volgende editie weer ‘in real life’ kan plaatsvinden. Wil je meer weten over het congres, de besproken symposia of mijn eigen onderzoek, stuur gerust een mailtje naar s.van.doornik@accare.nl of s.f.w.van.doornik@rug.nl.